Suikerziekte

Twee typen suikerziekte

Type 1 Door een auto-immuunziekte produceert de alvleesklier geen, of te weinig, insuline en hoopt het glucose in het bloed op. Symptomen: dorst, vaak plassen, vermoeidheid, spierzwakte en vermagering.

Type 2 Er is voldoende insuline, maar het werkt niet goed. Deze variant begint meestal op latere leeftijd door overgewicht, maar ook bloeddruk en erfelijkheid spelen een rol.
Symptomen: dorst, verminderd gezichts-vermogen, nierproblemen en zenuwschade.

Meten

Om vast te stellen of iemand diabetes heeft wordt gekeken naar de glucosewaarden van het bloed. Zowel op nuchtere maag als na een maaltijd. Dit kan in bloedplasma of in ‘vol’ bloed gebeuren.

De glucosetest is een momentopname van het glucosegehalte in het bloed. Bepaling van glycohemoglobine (HbA1c)
geeft inzicht in het gemiddeld bloedglucosegehalte over een langere periode.