Veelgestelde vragen over laboratoriumonderzoek

Klik op een van onderstaande vragen. Voor specifieke vragen over uw gezondheid, ziekten of medische behandelingen, raden wij u aan contact op te nemen met uw (huis)arts.

Krijg ik geen bloedarmoede van al die afnames?
In de meeste gevallen zal de hoeveelheid bloed in alle buizen van een afname opgeteld niet meer zijn dan in een borrelglaasje (20 ml) past. Op uw totale hoeveelheid bloed, die vergelijkbaar is met de inhoud van een huis-tuin-en-keuken emmer, is dat natuurlijk te verwaarlozen.
Kan ik mijn bloedgroep laten bepalen?
Bepaling van de bloedgroep heeft alleen dan zin wanneer er mogelijk een transfusie noodzakelijk is. Uw arts zal op dat moment uw bloed laten onderzoeken op bloedgroep en antistoffen die bij een transfusie voor complicaties kunnen zorgen. Het heeft geen zin om dit onderzoek op eigen initiatief eerder uit te laten uitvoeren omdat het bij medische noodzaak om veiligheidsredenen toch opnieuw moet gebeuren.
Ik zag op het formulier dat er bloed voor mij wordt afgenomen voor BSE. Betekent dit dat ik gescreend wordt op de gekke-koeienziekte?
BSE staat binnen de klinische chemie voor Bezinkings Snelheid der Erytrocyten, en heeft dus niets te maken met de ziekte BSE voor koeien. De BSE, kortweg ‘bezinking’ genoemd, is een algemene bepaling waarmee men onder meer kan zien of er mogelijk sprake is van een infectie.
Ik gebruik een cholesterolverlagend middel; hoe vaak moet ik mijn cholesterol laten controleren?
Hoe vaak u uw cholesterol moet laten controleren, hangt erg af van de vorm en hoogte van de verhoging van het cholesterolgehalte dat in eerste instantie bij u is geconstateerd. Overleg dus altijd met uw arts. Als u dit het cholesterolverlagend- middel ‘preventief’ gebruikt, zonder dat er eerst een te hoog cholesterolgehalte bij u is vastgesteld, is het zinvol met uw arts te overleggen of gebruik wel nodig is. U kunt vragen om eerst te laten onderzoeken of er wel van een verhoogd cholesterolgehalte sprake is.
De dokter wil laten onderzoeken of het ijzer in mijn bloed te laag is, maar op het formulier dat hij mee gaf staat ijzer niet aangekruist.
Dit veel voorkomend misverstand vindt zijn oorsprong in de vertaling van geneeskunde naar het spraakgebruik van de volksmond. De arts heeft waarschijnlijk wel Hemoglobine (Hb) aangekruist. Dit bloedpigment is verantwoordelijk voor de binding van zuurstof in het bloed. Bij een tekort hiervan spreekt men van bloedarmoede. Een tekort kan ontstaan door verbruik of door een verstoorde aanmaak. Een verstoorde aanmaak kan het gevolg zijn van een tekort aan bouwstenen. Het meest voorkomend bouwsteentekort is een ijzergebrek. Er bestaat dus wel een relatie tussen ijzer en hemoglobine, maar het is niet hetzelfde.
Kun je in het bloed zien of je kanker hebt?
Er zijn zeer veel verschillende soorten kanker en vele daarvan hebben effect op allerlei laboratoriumuitslagen. De meeste van die laboratoriumuitslagen kunnen ook bij andere aandoeningen of zelfs bij gezonde mensen afwijkend zijn. Er zijn maar weinig laboratoriumbepalingen die bewijzend voor een bepaald soort kanker zijn. Laboratoriumonderzoek is wel ondersteunend in samenhang met andere onderzoeksmethoden om een bepaald soort kanker aan te tonen of uit te sluiten. Als eenmaal de diagnose is gesteld, kan laboratoriumonderzoek worden gebruikt om de ontwikkeling en respons op therapie van de betreffende tumor te volgen.
Mijn oom heeft suikerziekte, moet ik mijn bloed laten controleren?
Suikerziekte ofwel diabetes mellitus kan met bloedonderzoek worden aangetoond of uitgesloten. Eenmaal uitgesloten bestaat er echter geen garantie dat de ziekte niet op latere leeftijd alsnog ontstaat. Er zijn zeker genetische factoren die de kans op de ziekte vergroten of verkleinen, maar een overerving van risicofactoren betekent nog geen overerving van de ziekte. Als u ongerust bent, kunt u het beste met uw huisarts overleggen of deze het nodig acht u te laten controleren.
Waarom krijg ik mijn eigen labuitslagen niet?
Het laboratorium behandelt de onderzoeksaanvraag van de aanvragend arts en rapporteert daarom ook aan de aanvragend arts. Correcte interpretatie van vrijwel alle bloedonderzoeken is alleen mogelijk in combinatie met andere informatie zoals klachten, lichamelijk onderzoek, medische voorgeschiedenis, en het voorkomen van bepaalde ziekten bij familieleden. Omdat alleen de aanvragend arts over dergelijke informatie beschikt, is het laboratorium niet in staat om al uw labuitslagen aan u te rapporteren op een manier waarbij al deze aspecten op hun juiste waarde worden geschat. Door de rapportage via de aanvragend arts te laten verlopen, ontstaat er extra nuance en wordt paniek op basis van afwijkende uitslagen waaraan geen ziekte ten grondslag ligt voorkomen.
Kan ik bij het laboratorium dan helemaal niet terecht met vragen over laboratoriumuitslagen?
Het laboratorium wordt geleid door één of meer laboratoriumspecialisten die u van alles kunnen en willen uitleggen over de bruikbaarheid van diverse laboratoriumbepalingen. Zij weten alles van de achtergrond, bepalingstechniek, mogelijke interacties en medische bruikbaarheid van alle laboratoriumbepalingen. Zonder adequate informatie over uw verdere medische dossier is het voor hen echter niet mogelijk uw uitslagen evenwichtig te interpreteren voor uw specifieke situatie. Zij zullen u dus voor de interpretatie van uw specifieke laboratoriumuitslagen altijd terug verwijzen naar de aanvrager van het onderzoek, maar u bent dan wel een hoop wijzer over de achtergrond van de analyses.
Wie heeft er allemaal inzage in mijn laboratoriumuitslagen?
Laboratoriumuitslagen zijn een onderdeel van uw medisch dossier. Dit is enkel en alleen ter inzage van de betrokkene (patiënt) en de bij de behandeling betrokken specialisten en huisarts. De behandelend specialisten, huisarts maar ook overige medewerkers (analisten, verpleegkundigen, doktersassistenten) die tijdens hun werkzaamheden medische informatie onder ogen kunnen krijgen, zijn allen bij wet gebonden aan het vertrouwelijk omgaan met uw gegevens.
Mijn arts heeft de labuitslagen met mij besproken. Een van de uitslagen lag buiten de door het laboratorium vermelde grenzen, maar de arts hecht daar geen waarde aan. Hoe zit dat?
Uw arts beoordeelt de laboratoriumuitslagen altijd in relatie tot zijn medische vraagstelling. Bepaalde (patronen van) uitslagen ondersteunen of verwerpen mogelijke diagnoses. De door het laboratorium opgegeven grenzen zijn referentiewaarden en betreffen het bereik waarbinnen 95% van de resultaten vallen van gezonde proefpersonen. Minstens 5% van de uitslagen zal dus ‘buiten de grenzen vallen’. Naast de mate waarin de ‘grens wordt overschreden’ is het ook belangrijk of uitslagen van verschillende laboratoriumonderzoeken en/of andere vormen van diagnostiek elkaar ondersteunen. Uw arts houdt daar rekening mee. Het is dus goed mogelijk dat hij of zij de afwijkende laboratoriumuitslag niet ondersteund ziet door aanvullend ander onderzoek en daarom terecht naast zich neerlegt.