D-dimeertest

Bij de afbraak van bloedstolsels in de bloedvaten komt de stof D-dimeer vrij. Hiermee is de aanwezigheid van bloedstolsels, en dus trombose, vast te stellen.
De D-dimeertest is snel en eenvoudig, maar niet specifiek. Zo kan bijvoorbeeld ook bij zwangerschap en kanker of na een chirurgische ingreep de hoeveelheid D-dimeer in het bloed zijn toegenomen. De kracht ligt daarom niet in het aantonen van trombose maar in het uitsluiten ervan. Ofwel, als de D-dimeerwaarde niet verhoogd is, is er geen sprake van trombose en is behandeling met antistollingsmiddelen niet nodig. Dit is van belang omdat bloedverdunners bij gezonde mensen ernstige bloedingen kunnen veroorzaken.

Test en testmateriaal

De hoeveelheid D-dimeer (de indicator) aanwezig in het bloed kan worden gemeten met de herkenningsreactietest.

Testuitslag

Bij een normale waarde van het D-dimeergehalte in het bloed is trombose als aandoening uit te sluiten. De aanwezigheid van een verhoogd D-dimeergehalte kan wijzen op trombose, maar het kan ook een andere oorzaak hebben. Een verder onderzoek bijvoorbeeld echografie of venografie moet de aanwezigheid van trombose bevestigen. Trombose kan goed behandeld worden met antistollingsmiddelen.