Opsporing ziekteverwekker

Ernstige infecties moeten worden bestreden met geneesmiddelen: bacteriën met antibiotica, virussen met virusremmers en schimmels met antischimmelmiddelen.
Bij ernstig zieke patiënten (IC afdeling) en patiënten met een verzwakt afweersysteem (bijv. kanker of aids) is snelle identificatie van de ziekteverwekker (pathogeen) cruciaal.

Een kweek is de standaard methode om pathogenen aan te tonen, maar dat duurt lang (vaak dagen).

Met een moleculaire test is dit binnen enkele uren mogelijk. Bovendien is op basis van hun genetisch materiaal (DNA/RNA) te bepalen om welk type bacterie, virus of schimmel het gaat. Daarmee kan een gerichte therapie worden ingezet.

Screening luchtweginfectie

Infecties in neus, keel, bijholten, amandelen of strottenhoofd heten bovenste luchtweginfectie (verkoudheid, griep).
Bij geïnfecteerde bronchiën en longen spreekt men van onderste luchtweginfecties (bronchitis, longontsteking). Meestal gaat het om een virus. Het gaat vaak vanzelf over of moet met antivirale middelen worden bestreden.
Antibiotica zijn alleen zinvol bij een bacteriële infectie.
Het is dus belangrijk om te bepalen of het om een virus gaat (en welk virus), of een bacterie (en welke bacterie).

Met de combinatie van de moleculaire test en de DNA-chip technologie is het mogelijk om tegelijkertijd binnen één uur de aanwezigheid van tientallen verschillende virussen en bacteriën te detecteren. Dat leidt tot snelle en adequate behandeling met de juiste antivirale therapie of juiste antibiotica.

Tijdige herkenning dreigende uitbraak

De razendsnelle verspreiding van gevaarlijke bacteriën, virussen en schimmels kan leiden tot een wereldwijde bedreiging van de volksgezondheid. Denk aan de vogelgriep, SARS, Legionella, Mexicaanse griep, EHEC, Ebola of het Zikavirus.
Ook kampen ziekenhuizen steeds vaker met besmettingen door multiresistente bacteriesoorten zoals MRSA.

Na vaststelling van een (zeer) besmettelijke infectieziekte is het van belang om snel adequate tests beschikbaar te hebben.

Met behulp van moderne moleculaire tests en DNA-chip technologie zijn de microbiële ziekteverwekkers snel te op te sporen. Tijdige herkenning en identificatie van de ziekteverwekkers kan grote uitbraken voorkomen.

Zinnig en zuinig met antibiotica

Procalcitonine (een prohormoon van calcitonine)
is een indicator voor bacteriële infecties. Uit studies blijkt dat de procalcitonine waarde (PCT waarde) een goed houvast biedt voor het al dan niet voorschrijven van antibiotica. De PCT test is bijvoorbeeld geschikt om antibioticabeleid bij intensive care patiënten beter en nauwkeuriger te regelen. Vaak kan de behandeling korter.

Met behulp van de herkenningsreactietest kan de hoeveelheid procalcitonine in bloed worden bepaald.
De PCT-waarde is een maat die de ernst van de bacteriële infectie weerspiegelt en dus snellere en tijdiger stop van antibiotica mogelijk maakt.

Bijzonder resistente micro-organismen

Door slordig en overdadig gebruik van antibiotica zijn wereldwijd steeds meer bacteriesoorten ongevoelig voor antibiotica.
In Nederland komen relatief weinig resistente bacteriën voor, omdat antibiotica alleen op recept worden verstrekt en zorginstellingen actief verspreiding voorkomen: als iemand in een ziekenhuis- of verpleeghuis er mee besmet is, wordt die apart verzorgd en gelden strikte hygiënemaatregelen voor personeel.

Toch komen resistente bacteriesoorten binnen. Bijvoorbeeld via buitenlandse ziekenhuizen of via de intensieve veehouderij. Daarom wordt bij twijfel gescreend met de BRMO test.

Deze moleculaire test screent patiëntmateriaal (sputum, wondvocht of urine)op aanwezigheid van bijzonder resistente micro-organismen (BRMO’s). Op basis van het testresultaat kan snel worden vastgesteld of iemand een BRMO bij zich draagt.